Soms passen de puzzelstukjes niet. Je denkt dat je alles hebt verwerkt, maar dan vind je iets terug. Iets dat je zelf schreef. En dan ga je opnieuw nadenken.
Ik vond de brief terug die ik destijds schreef na het huisbezoek. De brief was gericht aan de ouderling, maar bedoeld voor de hele kerkenraad. We vroegen of hij daarvoor wilde zorgen, dat het door hen gelezen werd.
Wat werd er met de brief gedaan?
Een paar weken later kwam dezelfde ouderling opnieuw bij ons op bezoek, dit keer om ons ambtelijk te vermanen. Hij zei:
“Ik ga niet inhoudelijk in op de brief.”
“De hele kerkenraad staat achter de prediking van onze dominee.”
👉Lees hier: Hoe voelt het een ambtelijke vermaning?
Nu ik bezig ben met onderzoek begin ik te twijfelen. Is de brief eigenlijk wel gedeeld met alle broeders? Toentertijd niet en daarom stuurden wij dezelfde brief opnieuw, naar de scriba, ditmaal gericht aan de hele kerkenraad. Heeft iedereen hem gelezen? Was het besluit dat volgde — de stille censuur — echt unaniem en weloverwogen? Kenden ze de feiten?
Wat stond er eigenlijk in?
Misschien was het onderstaande fragment uit onze brief te confronterend. Misschien was dát de reden dat ons schrijven niet tot in de finesses werd besproken.
"Naar aanleiding van uw huisbezoek en de telefoongesprekken (of we aub mochten schrijven) hebben we niet echt het gevoel dat we welkom zijn in onze gemeente. Dat doet heel zeer. Het geeft een soort rouw.
Het gevoel niet welkom te zijn is mede ontstaan doordat u stelde dat er keuzes gemaakt moeten worden (we konden beter maar CGK worden want mijn man was een verbondsmannetje, zei hij)* U vroeg zich herhaaldelijk af hoe Aritha aan het Avondmaal durfde te komen. U keurde haar Avondmaalsgang af op grond van de gedachte dat een mens met genade geen kritiek mag en kan hebben op de prediking. Deze gedachte is herhaaldelijk uitgesproken.
U zei: iemand die de diepten van Psalm 130 beleefd heeft, kan geen nood voelen, of in conflict komen met zichzelf, wanneer hij tot ontdekking komt dat de prediking en Schrift op bepaalde punten niet overeenkwamen.
Heel verdrietig vonden we het feit dat diverse personen, waaronder vele dominees en kerkverbanden, volledig gekenmerkt werden als 'vals en zonder genade'."
We hoopten zo dat de kerkenraad dit zou meenemen in hun afweging.
*Toegevoegd door mij ter verduidelijking van deze blog.
Waarom voelde het zo raar...
Het typische is echter dat onze predikant gewoon op kraambezoek wilde komen, een maand later. En toen mijn man zei dat we ons aan het beraden waren op vertrek uit de gemeente, zei hij dat hij dat ten zeerste zou betreuren. Ook de scriba die onze attestatie doorgaf, wenste ons van harte Gods zegen toe in de Hervormde Gemeente.
Ik puzzel. Ik pieker.
Wat als het maar een paar broeders waren die de brief lazen?
Wat als een kleine groep de toon zette?
Of denk ik dit omdat ik de pijn niet aankán — de pijn dat ook bevriende ouderlingen en diakenen dit wèl geweten hebben, en ons toch zo in de kou lieten staan?
😓
Ik begin te zien hoe makkelijk een stem verloren kan gaan. En hoe belangrijk het is om ruimte te maken voor verantwoording — ook als dat ongemakkelijk is.
En als mensen zwijgen
Niet voor je opkomen,
zelfs wÃe je dacht dat je kon vertrouwen je alleen laat —
dan blijft er Eén over die je hoort.
Die je niet wegstuurt. Die je niet laat vallen.
“Mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten,
maar de HEERE zal mij aannemen.”
(Psalm 27:10)
© 2025 Aritha. Alle rechten voorbehouden.


Hoe verdrietig! Het lijkt me ook heel náár om met die onzekerheid verder te moeten. Het af te sluiten zogezegd, omdat de predikant zo vriendelijk op kraamvisite kwam. En de scriba het uitsprak, verdrietig te vinden dat jullie weg gingen. Zo lastig om met zulke tegenstrijdige boodschappen om te moeten gaan hè? En niet te weten wat er achter de schermen wel óf niet besproken is...
BeantwoordenVerwijderen