6 feb 2025

GerGem-meisje in de schuldhoek

Het schrijven van mijn memoires voelt als puzzelen met stukjes die niet altijd passen. Nu ben ik aangekomen bij een overgangsperiode: vlak voor ons trouwen. Een zware tijd, waarin mijn neefje (6) de strijd tegen kanker verloor na drie jaar ziek zijn. In mijn boek laat ik dit weg, omdat het afleidt van mijn doel. Maar hier op mijn blog noem ik het nu even.

Een lach en een traan

Om de periode vlak voor ik weg ging uit Kootwijkerbroek, beter te begrijpen, blader ik door brieven en mijn dagboek. Ik kijk terug met gemengde gevoelens: een brok in mijn keel 😢, maar soms lach ik hardop om mezelf 😂.


Ik schreef een korte reflectie voor mezelf en deel die hier op mijn blog, als achtergrondinformatie (en omdat ik begin te snappen waarom de schuldhoek zo vertrouwd voor me voelde — ik woonde er bijna in). 😄
 

Korte reflectie: laatste periode in Kootwijkerbroek

Ik was dankbaar voor mijn baan bij de Hervormde Diakonale Stichting maar ik vond mijn werk niet leuk. Elke dag zag ik ertegenop. Mensen wassen en aankleden, huishoudelijke klusjes doen, het lag me niet. Ik wilde aandacht geven, geen mensen aanraken. (blablabla)

En dan mevrouw L. met haar vloeken. Ik durfde er niets van te zeggen, en dat stelde me schuldig tegenover het gebod van de HEERE:

"Gij zult den Naam des HEEREN uws Gods niet ijdellijk gebruiken; want de HEERE zal niet onschuldig houden, die Zijn Naam ijdellijk gebruikt."

Ik wist het: wie zwijgt, is mede-schuldig. Dat zei de catechismus: er was geen grotere zonde, noch een die God meer vertoornde, dan de lastering van Zijn Naam. Hij zou me zeker straffen. Ik had de Heere Jezus nodig om God, de vertoornde Rechter, tevreden te stellen. Maar eerst moest ik diep gevoelen hoeveel kwaad ik gedaan had met mijn stilzwijgen. Door niets te zeggen, stond ik schuldig voor God.

"Als nu een mens zal gezondigd hebben, dat hij gehoord heeft een stem des vloeks, waarvan hij getuige is, hetzij dat hij het gezien of geweten heeft; indien hij het niet te kennen geeft, zo zal hij zijn ongerechtigheid dragen."

Dat vers herhaalde zich eindeloos in mijn hoofd.

Vervolg 👇

Een andere gebeurtenis achtervolgde me ook. Ik zorgde voor twee zussen: Marrie, lichtdementerend, en Hennie, anders begaafd. Toen Hennie hevige pijn kreeg, wilde ik de dokter bellen, maar Marrie verbood het me (en we hadden nog geen mobieltjes). Ik durfde haar niet tegen te spreken, ze hield me in de gaten. Pas toen ik thuis was, belde ik de huisarts. Hennie werd die middag opgenomen en overleed kort daarna.

Ik voelde me zo schuldig en bleef maar piekeren: had Hennie nog geleefd als ik Marrie had gedwongen om te bellen? Ik was boos op Marrie, maar nog bozer op mezelf. Ik had het zus en zo kunnen aanpakken, etc. Het schuldgevoel vrat aan me. Ik verlangde naar de dag dat ik kon stoppen. Na onze bruiloft... dan zou ik eindelijk kunnen doen wat ik graag wilde: me alleen nog op mijn schrijfwerk richten (derde boek). 

Mijn vriend probeerde me te troosten: het was niet jouw schuld. Maar zijn woorden bereikten me niet. De schuld was groter dan dat. Ik voelde me over het algemeen op een bepaald level steeds schuldig tegenover God. Zijn oordeel hing als een schaduw om me heen. Dat vond ik bijna normaal, want de dominee preekte dat dit de weg van het volk was: een bevindelijke gang. Misschien zat ik in het werkhuis?


De kleur van mijn bruidsjurk (schuldig)

Terugkijkend besef ik dat ik bijna permanent in de schuldhoek zat. Ik voelde me zelfs schuldig over de kleur van mijn bruidsjurk. Maar goed, dat verhaal bewaar ik voor later. 😄

---

Weetje: Wist je dat veel mensen in bevindelijke kring (zoals ik) vast blijven zitten in hun schuldgevoel, omdat ze steeds zoeken naar diep genoeg, echt genoeg? Het resultaat: een vicieuze cirkel van schuld en twijfel. ⛓️ Ken jij dat ook? Deel gerust je gedachten hieronder. 

P.S. De namen in dit verhaal zijn gefingeerd, en de foto is puur voor de sfeer — geen directe link met mijn verhaal. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Super dat je reageert! 😄