Wat me verbaasde, was niet dat ik veel onderzoek had gedaan. Dat hoort bij mij.
Wat me verbaasde, was hoe veelzijdig dit voorwerk was. Zoveel lagen tegelijk; dat heb ik niet eerder zo meegemaakt.
Ja, ik deed een soort van klassiek onderzoek. Ik zocht jaartallen uit. Ik dook opnieuw de theologiein. Las zoveel boeken dat ik bijna de alleen nog maar de tale Kanaäns sprak. Ik haalde oude brieven tevoorschijn. Mijn eigen brieven. Maar ook veel brieven van mijn ouders en 'voorouders'. Ik keek terug in mijn familiegeschiedenis: ontmoette daar de de thuislezers en degene die naar de kerk gingen nadat ze thuislezer waren geweest.
Het minder zichtbare werkMaar ondertussen gebeurde er ook iets anders.
Ik sprak met mensen die iets vergelijkbaars meemaakten.
Mensen die hun geloof verloren.
Mensen die bleven, maar vastliepen.
Mensen met kerkpijn.
Die gesprekken waren geen bronnen. Ze waren vormend. Ze dwongen me tot keuzes.
Hoe schrijf ik over ambtsdragers zonder karikaturen te maken?
Hoe schrijf ik over gemeentes zonder ze te reduceren tot systemen?
Hoe benoem ik wat er gebeurt, zonder het te vergoelijken of te exploiteren?
Daarnaast was er vorm. Techniek. Keuzes. Columns. Snippets. Wat kan een kindperspectief dragen? Kies ik voor een ander perspectief? Wat is technisch mogelijk?
En dan nog Instagram, de blog.
Voor wie me volgt, leek het misschien rommelig: korte teksten, langer stukken, stiltes, omwegen. Maar wat ik deed, was dragend werk...
Dat het zit zo...
SpantenMijn man rekent als bouwkundig ingenieur spanten uit. Als het gebouw er staat, zie je ze niet.
Maar zonder spanten staat er niets.
Blijkbaar heb ik bijna twee jaar aan mijn spanten gewerkt.
Het leverde geen boek op, wel een stevige geraamte voor verder werk.
En eerlijk: dat voelt als winst.
🎉 Iedereen die me de afgelopen bijna twee jaar volgde; ik wens jullie een goed nieuw jaar!

.jpeg)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Super dat je reageert! 😄