Ik las het opinieartikel “Kerkpijn als oefening in navolging” in het Reformatorisch Dagblad.
Ik wilde het rustig lezen, zonder oordeel. Maar halverwege merkte ik dat ik onrustig werd. Deze zin bleef hangen:
“Bent u in gehoorzaamheid aan God bereid om de kerkenraad onderdanig te zijn, zelfs als het onredelijke mensen zijn?”
Ik voelde het in mijn lijf. Hoe kan dit me (nog) zó raken?
Tegelijk wist ik precies hoe het kwam.
De schrijver, Steef Post, gebruikt twee teksten uit 1 Petrus — één over nederigheid binnen de gemeente (5:5) en één over slaven en hun meesters (2:18) — en verbindt die met elkaar.
Zo ontstaat de gedachte dat ook aan onredelijke kerkleiders onderdanigheid gevraagd wordt.
Maar die tweede tekst gaat over slaven, mensen zonder stem.
De gemeente is geen slavenhuis, en mag het ook niet worden.
Want als 1 Petrus 2 met 1 Petrus 5 gemixt wordt, verandert de oproep tot zachtmoedigheid ongemerkt in een oproep tot onderwerping. Dan wordt het juk dat Petrus wilde verlichten, opnieuw op iemands schouders gelegd.
1 Petrus 5:5
Evenzo, jongeren, wees aan de ouderen onderdanig; en wees allen in uw omgang met elkaar met nederigheid bekleed, want God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar aan de nederigen geeft Hij genade.
1 Petrus 2:18
Huisslaven, wees aan uw meesters onderdanig, met alle vrees, niet alleen aan de goeden en welwillenden, maar ook aan de onredelijken.
Ik wás daar.
Ik geloofde dat zwijgen iets heiligs was. Dat buigen voor de kerkenraad de juiste houding was. Onderwerping voelde niet vreemd, het was de norm. Zo hoorde het, dacht ik... en ik deed mijn best om dat vast te houden. Ook uit angst dat er anders “gedoe” zou komen. Want wie openlijk zei dat hij het anders zag, werd al snel gezien als ongehoorzaam of opstandig.
Toen ik het wél deed, toen ik eerlijk werd, zag de ouderling dat niet als bewogenheid met de prediking, maar als verzet tegen “de leer alhier”. Volgens hem kon er dan geen leven van God in mij zijn. Dat verwondde me. Niet omdat het één keer werd gezegd, maar omdat het vaker klonk, telkens op een toon die geen ruimte liet voor wie ik was of voor wat er in mij leefde. Het werd ook vanaf de preekstoel gezegd.
Pijnlijk genoeg: dit was geen nieuw patroon. Mijn ouders maakten hetzelfde mee in hun kerk. Lees daarover deze blogpost: Waarom ik huilde bij het grafHet beeld van God raakt beschadigd.
Mijn pijn was het gevolg van een systeem waarin gehoorzaamheid en geloof zo nauw aan elkaar waren vastgeklonken, dat elke vorm van tegenspraak voelde als zonde.
Kerkpijn die ontstaat binnen een kerkelijk systeem laat zich niet helen door het als navolging te benaderen. Waar menselijke macht en geestelijk gezag vermengd raken, vervaagt het zicht op wie God werkelijk is: rechtvaardig waar het gaat om verkeerd handelen in de kerk, barmhartig voor wie daaronder gewond raakte, en vol vergeving voor wie daarin tekortschoten en het belijden voor Zijn aangezicht.
En juist daarom is het zo belangrijk om systeempijn te erkennen voor wat ze is: het gevolg van iets wat scheefgroeide in een omgeving die veilig had moeten zijn.
In Nederland spreken we pas sinds kort openlijk over kerkpijn.
Maar het is belangrijk om onderscheid te maken.
- Er is gewone kerkpijn: misverstanden, botsingen, pijnlijke woorden.
- En er is diepere pijn: die van jarenlang leven in een ongezonde kerkelijk leefklimaat
👉 Ik schrijf vooral over die laatste vorm.
Veel mensen binnen de bevindelijke kringen van de reformatorische gezindte bedoelen met “kerkpijn” juist deze diepere laag. Daarbij kunnen er wel botsingen en pijnlijke woorden zijn, maar die raken niet de kern van het probleem. De echte pijn ligt dieper: in het geestelijke klimaat dat ontstaan is, waar gehoorzaamheid zwaar weegt, en waar angst of schuldgevoel de toon bepalen.
En die kerkpijn is niet iets dat je in de eerste instantie zou moeten zien als een oefening in navolging. Het is pijn van een wond die door mensen in, of door een kerkelijk systeem zelf is geslagen. Genezing van die wond begint met het zien dat er werkelijk iets scheefgegroeid is in een omgeving die zo dierbaar voor je was: de gemeente.
De komende tijd wil ik hier meer over schrijven door middel van stukjes, gedachten of boekreviews. Hou mijn blog in de gaten als dit onderwerp je raakt.
© 2025 Aritha. Alle rechten voorbehouden.



Heel herkenbaar!
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor je reactie. Het helpt me om door te gaan en een stem te zijn ;)
Verwijderen