De Week Rondom Mijn Belijdenis
Vandaag wil ik als voorbereiding op mijn boek wat dieper ingaan op de gevoelens die me rond belijdenis-doen bezighielden.
Wat valt op?Waar kwamen deze gevoelens vandaan?
In mijn schriftje schreef ik op 3 april 1988 (eerste Paasdag):
Kleding voor de Belijdenis
Reflectie voor de Spiegel
Twijfels en Gebed
“Heere maak mij rustig. Laat me niet te erg tegen morgen opzien. Wilt U bij me zijn? Laat het me niet om m’n kleren en om de mensen te doen zijn; leer me alleen op U te zien. Help de dominee morgen. Wilt U hem zijn eigen krachten laten verachten en laat hem weer U prediken: Jezus Christus en die gekruisigd. Alstublieft Heere, U kunt toch alles? Wees bij mij, dan zal ik niet vrezen. U hebt gezegd: Mijn oog zal op u zijn. Ik zal U niet begeven en ik zal U niet verlaten.”
Kleding voor de Belijdenis
Die kleren, dat ga ik je uitleggen. Mijn moeder en ik hebben een hele middag besteed aan het zoeken naar de juiste outfit voor mijn belijdenis. We gingen naar Ede waar ik me onderdompelde in zwarte kleding. Zwart was de kleur die ik wilde dragen; want als je je wilde uitgeven voor een kind van God behoorde je zwart te dragen in Kootwijkerbroek. Sommige rokjes vond ik te kort, andere te lang. Uiteindelijk vond ik iets moois dat zowel mijn moeder als ik oké vonden.
Reflectie voor de Spiegel
Voor de lange paspiegel in de winkel bekeek ik mezelf aandachtig. Mijn zwarte rokje viel net over de knie, en het giletje, zwart-wit geruit en elegant getailleerd, gaf me best een blij gevoel. Ik zag er slank en mooi uit, met mijn lange golvende haar. Ik zou geen aanstoot geven, toch? Of wel? Daar schrok ik van: wat als ik te veel aandacht op mezelf vestigde? Ik wilde niet dat de focus op mijn uiterlijk kwam te liggen; mijn diepste verlangen was om God te dienen en belijdenis te doen zoals Ruth, met een oprecht hart dat zich helemaal op Heere richtte.
“Dit stelletje doe ik,” zei ik tegen mijn moeder, en ik kocht het. Onderweg naar huis piekerde ik over panty’s: zwart of huidskleur? Antraciet misschien? Ik kon niet meer stoppen met denken of ik geen aanstoot zou geven. En daarom bad ik die dag, voor de dag van mijn belijdenis: “Laat het me niet om m’n kleren en om de mensen te doen zijn. Leer me alleen op U te zien.”
Een Wonder van Genade
Nu is het 2024. Ik voel verwondering over de trouw van de Heere. Hij maakte Zijn belofte waar: “Mijn oog zal op u zijn.” Zo stond ik daar die dag voor de gemeente, met knikkende knieën en een bonzend hart. Zenuwachtig, maar ook met een hart vol liefde voor Hem, omdat Hij mij uit louter goedheid getrokken had met liefdekoorden. ❤️
Een Wonder van Genade
Nu is het 2024. Ik voel verwondering over de trouw van de Heere. Hij maakte Zijn belofte waar: “Mijn oog zal op u zijn.” Zo stond ik daar die dag voor de gemeente, met knikkende knieën en een bonzend hart. Zenuwachtig, maar ook met een hart vol liefde voor Hem, omdat Hij mij uit louter goedheid getrokken had met liefdekoorden. ❤️
BEKERING
Jezus zei: "Iemand heeft Mij aangeraakt"
(Lukas 8:46)
Ja Heer, 't is waar, ik heb U aangeraakt!
Ik heb geen andere uitweg meer geweten.
Het geeft niet meer, of iedereen mij laakt:
zo lang reeds werd ik voor onrein versleten
Ik raak allen van achteren Uw kleed,
ik durf niet eens naar voren meer te komen;
U kunt mij helpen - dat is al wat 'k weet,
Uw wondere kracht moet door mijn lichaam stromen.
En spreekt Gij u van mijn geloof, mijn Heer?
Wilt Gij mijn schuchter bidden tòch verhoren"
Dan vrees ik geen mensenoordeel meer:
Ik ben gered! Ik ben opnieuw geboren!
Nel Benschop
God is goed voor Zijn volk en Hij weet dat we van stof gemaakt zijn... en wij ons maar druk maken over kleding:)
BeantwoordenVerwijderenJa, hè... Bedankt Lieneke. Ik zie uit naar je volgende blog.
Verwijderen