Genoveva en de Saracenen/ Genoveva and the Saracens

Nu de vakantie voorbij is heb ik weer meer tijd en energie om achter mijn schrijftafel te zitten. Vanmorgen heb ik, onder het genot van een snee bourgondisch brood en een kop Wiener mélange, geschreven aan hoofdstuk 13 van deze historische roman in wording. Mijn hoofdpersoon zit samen met haar man Siegfried in de kemenade en ze genieten van elkaars nabijheid ( sja - pasgetrouwd enzo, dat beschrijf ik natuurlijk). Maar opeens klinkt er buiten hoorngeschal.
Ik ben op het punt aangekomen waar dit oude volksverhaal een 'keer' krijgt. Nu ontstaat er echt een spannend stuk, ik kom bij de diepere laag van het verhaal. Ik zie nu duidelijk de coutouren van het plot voor me.

Siegfried wordt weggeroepen om met al zijn mannen te vechten tegen de Saracenen, die Frankrijk zijn binnen gevallen. Nou ja, dat riep natuurlijk om onderzoek.Geweldig vind ik dat.
Intussen weet ik dat 'de Saracenen' een benaming is voor een Noord-Arabisch volk dat zich lange tijd verzette tegen de Byzantijnse keizers en zich al vroeg (8e eeuw) bekeerde tot de islam.

Gedurende de middeleeuwen werd deze naam 'de Saracenen' uitgebreid naar alle moslims en later alle tegenstanders van de christenen, of ze nu Arabisch, Perzisch of Turks waren. In Europa waren ze berucht als piraten en plunderaars. En in opdracht van Karel Martel wordt Siegfried nu opgeroepen om zich met hand en tand te verzeten tegen deze wreedaars doormiddel van een gecombineerde veldtocht van de Franken en de Byzantijnen.
Mijn verhaal speelt tussen 840 - 855 en ik kwam een moeilijkheid tegen. In het oorspronkelijke volksverhaal staat dat de bewoners van de Siegfriedburg op een avond werden opgeschrikt door trompetgeschetter. Wat blijkt nou na onderzoek? Trompetten waren nog niet in gebruik in de vroege middeleeuwen. http://www.trompet.nl/geschiedenis/gs4.shtml

Ik denk dus dat ik de wachters en de boodschappers van de koning op een hoorn laat blazen. Misschien heeft iemand van mijn lezerspubliek hier verstand van?
Genoveva blijft achter op de grote Siegfriedsburg. Ze is zwanger en het is maar goed dat ze nog niet weet wat voor een groot onheil haar overkomen zal.