12 aug 2025

Hoe zagen ze er ook al weer uit?

Ik zit achter mijn bureautje. Mijn laptop staat open en wacht zo geduldig als alleen een laptop wachten kan. Ik heb het boek teruggevonden van de kerkelijke gemeente waar ik toentertijd lid van was. Ik nam wat foto's van bladzijden. 

Eigenlijk had ik maar met maar één doel met dit boek (nu even): de mannen terugzien die bij ons op huisbezoek kwamen. De mannen die zulke nare dingen zeiden die zulke grote gevolgen hadden. Ik wilde ook de dominee bekijken. Gewoon de hele kerkenraad. Ik wilde hun gezichten zien, hoe ze toen waren.

En voor hen bidden.
Voor degenen die nog leven.

Ik vond hen, uitgezonderd één. 

Ja ik voelde het weer.

De pijn.

De verwarring

Daarna verdwaalde ik in het boek. Bladzijde na bladzijde, verhalen en gebeurtenissen uit Veenendaal. Wie heeft het eigenlijk geschreven, dacht ik? Terugbladeren 

Kwam ik dit tegen in het voorwoord:

"In kerkelijk Veenendaal zijn immers ook heel wat onaangename zaken gepasseerd. Als we daarop zien, mag het een wonder heten dat de Heere, Die alle dingen bestuurt, de gemeente tot op de dag van vandaag gespaard heeft. Bovenal dat Hij kennelijk in de gemeente heeft willen wonen en werken."

Ja, dat kan ik beamen. Het mag echt een wonder heten

Als afsluiting plaats ik hierbij de bedankbrief die ik destijds aan de dominee stuurde, om hem te bedanken voor de preken waar ik veel aan had. 

Daaronder schrijf ik de buikpijn-tekst.


Een kleine waarschuwing: de brief is lang en soms vroom van toon. Maar ik laat hem staan zoals hij is. Ook al ben ik nu geen refo-meisje meer.

👇

Mijn brief aan de dominee

Veenendaal, 2 augustus 2000
Geachte dominee,

Het is lang geleden dat ik u geschreven heb. Dat was n.a.v. een gezegende avondmaalsbediening. Tussen toen en nu ligt behoorlijk wat tijd. De reden dat ik nu schrijf is u bekend.

Met deze brief wilde wij u bedanken voor al het goede wat we mochten ontvangen binnen de Gereformeerde Gemeente in Veenendaal. Met name willen we u bedanken voor uw pastorale begeleiding tijdens de periode dat ik met mijn psyche tobde. Ook wil ik u bedanken voor die preken, waarin de Heere tot mijn hart sprak. Bestraffend, besturend soms ( Volg Mij), maar ook vertroostend. Ik draag deze preken mee de Nederlands Hervormde Kerk in. Na de Heere, wil ik u ook bedanken voor de avondmaalsbedieningen waaraan ik deel mocht nemen. De HEERE heeft me dikwijls bij de hand willen nemen en de zoom van Zijn kleed aan doen raken…
Met name wil ik ook de voorbereidingsdienst uit Zacharia 9 noemen, waarbij de HEERE zo krachtig sprak door Zijn Woord. ‘Ook heden verkondig Ik dat Ik u dubbel zal wedergeven’. Die laatste zin is me erg dierbaar geworden. Wat een ruimte in Zijn bloed!

Deze herinneringen maken dat het zo'n pijn doet om weg te gaan. We laten veel achter.Toch is het goed zo! Heilig zijn, o God Uw wegen; niemand spreek’ Uw hoogheid tegen. Wie, wie is een God als Gij, Groot van macht en heerschappij? Wanneer de Heere niet duidelijk gesproken had, zouden we deze stap niet durven maken naar de Nederlands Hervormde Kerk.

Nu mogen we afstand doen van de Gereformeerde Gemeente ter plaatse.

Gods weg is anders met ons. Ons past onvoorwaardelijk volgen. Eén ding is mij tot troost; wat onlangs een dominee zei: ‘De tijd dat Gods kinderen gescheiden zijn zal korter duren dan de tijd dat ze samen verenigd zullen zijn voor de troon van het Lam’.

Ook willen we uw vrouw bedanken voor de keren dat ze meekwam op bezoek. We hopen dat een hartelijke groet nog mogelijk blijft. Van harte wensen wij u en uw gezin Gods zegen toe met de bede uit psalm 122:3

Dat vreed’, en aangename rust,
En milde zegen u verblij’;
Dat welvaart in uw vesting zij,
In uw paleizen vreugd’en lust.
Om vriend en broed’ren spreek ik nu:
De vrede zij en blijv’ in u;
Nooit moet haar nijd of twist verkloeken;
Om ’s HEEREN huis, in u gebouwd,
Waar onze God Zijn woning houdt,
Zal ik het goede voor u zoeken.

Wat de kerkenraad ons meegaf 

Dit was de tekst die onze kerkenraad (de ouderling?) later meegaf in een brief toen we weggingen uit de Gereformeerde Gemeente:

Er is een weg die iemand recht schijnt, maar het laatste van dien zijn wegen des doods. Spreuken 16:25

 


PS Tussen wat ik nu beschrijf en het vermaanbezoek zit eigenlijk nog een periode die ik nog niet heb opgeschreven. In die maanden gebeurde er veel — het ongeluk van ons dochtertje, de tijd toen ons andere dochtertje werd geboren… Daar komt nog een apart blogje over om het gat op te vullen. In mijn boek zal ik de chronologische volgorde beter vasthouden. Hoop ik.

---

👉 Boek: Maar Gij hebt ons bijgestaan! Gereformeerde Gemeente Veenendaal

Citaat: Het boek laat zich dan ook gemakkelijk lezen. Het is overigens géén gemakkelijke geschiedenis die hij heeft beschreven. Veenendaal ligt ook buiten het paradijs, zoals ds. B. Labee, de huidige Veenendaalse predikant, in zijn Woord vooraf opmerkt. De eenheid kon niet worden bewaard. Dat keert ook terug in enkele hoofdstukken. Maar er is met ds. Labee méér te zeggen: ‘Maar dwars door al dat zondige, dat menselijke en dat gebrokene heen gaat de Heere Zijn weg met Zijn volk.’ J. Mastenbroek

9 aug 2025

Hoe voelt een ambtelijke vermaning?

Vandaag schrijf ik wat er gebeurde tijdens hun laatste bezoekje aan onze voorkamer. Een ambtelijke vermaning. In deze blog lees je wat er werd gezegd, wat er werd voorgelezen, en hoe dat voelde — van de eerste blik tot het moment dat ze opstonden en gingen. Daarna kwamen ze nooit meer terug.

--

De diaken kijkt me niet aan wanneer hij me een hand geeft. Hij gaat zitten op precies dezelfde plek als vorige keer. 

Ik voel me ongemakkelijk. Zenuwachtig.

“Ja familie Vermeulen,” begint de ouderling met een strakke blik, terwijl hij onze brief op tafel legt. “Inhoudelijk wil ik niet op uw schrijven ingaan. Ik zie mezelf vanavond als vertegenwoordiger van de kerkenraad en ga 3 punten aan u voorleggen om u ambtelijk te vermanen.”

Ik staar hem verbijsterd aan. Nu gaat het gebeuren. J. had gelijk: ’t zal niet meevallen. 

Punt één: openbare belijdenis.
“Mevrouw Vermeulen, u hebt, toen u belijdenis deed, ‘ja’ gezegd op de vraag: Verklaart en erkent gij, dat de leer onzer kerk, die gij geleerd, gehoord en beleden hebt, houdt voor de ware en zaligmakende leer, overeenkomstig de heilige Schrift? Ik ben ervan overtuigd dat onze leer niet veranderd is sinds uw belijdenis-doen en daarom zien wij het niet naar de orde der kerk deze leer alsnog te verdedigen. Wij als kerkenraad staan unaniem achter de prediking van onze dominee. U beiden verbreekt de eed die u voor God en Zijn gemeente aflegde.”

Ik durf hem niet meer aan te kijken.. Ik weet niet hoe ik me voelen moet. Mijn hart gaat als een razende te keer. 

Punt twee: de doop.
“Vorige keer zei ik al: Als u zo over de prediking denkt en bepaalde dingen niet herroept, kan er geen sprake van dopen zijn. Nu draai ik het om en zeg: Wanneer u de prediking ervaart als ‘niet naar het Woord’, dan ligt er inderdaad voor u een probleem bij het beantwoorden van de doopvragen.”

Punt drie: het Heilig Avondmaal.
Hij leest uit het aloude Avondmaalsformulier:

“… waarom wij ook, naar het bevel van Christus en van den Apostel Paulus, allen, die zich met deze navolgende ergerlijke zonden besmet weten, vermanen van de tafel des Heeren zich te onthouden; en hun verkondigen, dat zij geen deel in het Rijk van Christus hebben; als daar zijn: alle verachters van God en Zijn Woord, en van de Heilige Sacramenten; alle godslasteraars; allen die tweedracht, sekten en muiterij in de kerken en wereldlijke regeringen begeren aan te richten; alle meinedigen; allen die hun ouders en overheden ongehoorzaam zijn… deze allen zullen zich van de spijs (welke God voor Zijn gelovigen verordineerd heeft) onthouden, opdat hun gericht en hun verdoemenis niet des te zwaarder worde…”

Dan krijft zijn stem iets scherps, iets driftigs:
“Wij eisen van u beiden dat u niet praat over hoe u denkt. Doet u dat toch, dan bent u niet welkom aan de tafel des Heeren.”

Ik denk aan wat hij de vorige keer zei: dat ik geen genade heb ontvangen van de Heere, en dat hij vroeg: wat doe je eigenlijk aan het avondmaal.

De ouderling slaat de Bijbel open. 

“Laten wij afsluiten met een gedeelte uit de Bijbel en gebed.”

Ik druk de neiging weg om op te springen. Lezen, bidden? Het is genoeg geweest. Ga weg, jullie!  Maar ik blijf zitten. 

Nog even.

Nog even.

---

Er wordt gelezen uit Jakobus 3:

“Wie is wijs en verstandig onder u? Die bewijze uit zijn goede wandel zijn werken in zachtmoedige wijsheid. Maar indien gij bittere nijd en twistgierigheid hebt in uw hart, zo roemt en liegt niet tegen de waarheid. Deze is de wijsheid niet, die van boven afkomt, maar is aards, natuurlijk, duivels. Want waar nijd en twistgierigheid is, aldaar is verwarring en alle boze handel. Maar de wijsheid, die van boven is, die is ten eerste zuiver, daarna vreedzaam, bescheiden, gezeggelijk, vol van barmhartigheid en van goede vruchten, niet partijdig oordelend, en ongeveinsd. En de vrucht der rechtvaardigheid wordt in vrede gezaaid voor degenen, die vrede maken.”

We liegen tegen de waarheid.

Dat vinden ze.

Ik voel me zo verdrietig.

---

Lees ook mijn post: Religieus trauma in beeld gebracht

7 aug 2025

Van huisbezoek naar "vermaan"

Sommige lezers vroegen hoe dit zover kwam. Dat het zo misging tussen ons en de kerk. Was het er ineens dan?

In deze blog geef ik een kort overzicht van het verloop, en deel ik de brief die we destijds schreven na het vermaan-bezoek. We hoopten dat we niet als vijanden maar als broeders en zusters gezien zouden worden.

😢In die brief lees je ook hoe het vermaan-bezoek verlopen is.


Verloop in het kort

🔹 🗓️ Eerste huisbezoek:
We kregen een huisbezoek waarin de ouderling boos werd en pijnlijke dingen zei.

🔹 🚫 Radiostilte:
Daarna mochten we geen contact meer opnemen. We zouden ‘er nog wel van horen’.

🔹 📞 Toch gebeld:
Toen het lang stil bleef, belde mijn man of we misschien schriftelijk mochten uitleggen wat we bedoelden. Na lang aandringen mochten we een brief sturen aan de voltallige kerkenraad, zodat het behandeld kon worden, gezamelijk.

🔹 ✉️ Eerste brief:
In die brief legden we uit waarom we bepaalde dingen uit de prediking als onbijbels zagen — eerlijk, maar zorgvuldig.

🔹 Vermaan-bezoek:
Ze kwamen opnieuw langs, maar zeiden direct dat ze niet op de inhoud van de brief wilden ingaan. Die was niet besproken in de kerkenraad. Ze kwamen alleen om ons ambtelijk te vermanen.

🔹 De drie punten die ze ons voorlegden:

  1. Wij zouden onze belofte, die we deden bij onze belijdenis van het geloof hebben gebroken door de leer ter plaatse niet meer als “zaligmakend” te erkennen.

  2. We konden ons kind niet laten dopen zolang we de prediking als onschriftuurlijk ervoeren.

  3. We moesten zwijgen over onze overtuiging — anders waren we niet welkom aan het avondmaal.

🔹 Toen schreven wij onderstaan brief:
Aan de voltallige kerkenraad én apart aan de predikant — in de hoop dat het niet zou escaleren. Dat we nog gehoord zouden worden. Of op z’n minst zachter behandeld.

Geachte kerkenraad,

Naar aanleiding van een brief aan ouderling X kregen wij bezoek. De brief was geschreven om wat opheldering te geven over gedane uitspraken tijdens het eerste huisbezoek. De bedoeling was om over deze brief te praten. Teleurstellend was dat als eerste gezegd werd dat men niet inhoudelijk op de brief wilde ingaan.

Vervolgens handelde ouderling  X 3 punten af. Deze waren als volgt:

  1. De kerkenraad staat unaniem achter de prediking van de dominee. Dit was op de kerkenraad ter sprake geweest tijdens de behandeling van ons huisbezoek. De leer van dominee Kersten in zijn dogmatiek verwoord is hetgeen waarvan ook wij belijdenis hebben afgelegd en dat dit ook de leer alhier is.

  2. In de bewuste brief zouden we met opzet het woordje “alhier” weggelaten hebben. Het woordje “alhier” in de vraag van het doopsformulier slaat niet alleen op de Bijbel en de 3 formulieren van enigheid maar zeker ook op de prediking ter plaatse. Duidelijk werd aan het eind van het huisbezoek gesteld t.a.v. dit punt, dat wij nu een probleem hebben en dus eigenlijk geen “ja” kunnen zeggen op deze doopvraag.*

  3. Als laatste werden wij ernstig vermaand met de woorden uit het avondmaalsformulier dat wij geen tweedracht in de gemeente mogen veroorzaken, door over deze dingen te spreken. Ter afsluiting werd een stukje uit Jacobus 3 gelezen en voorgegaan in gebed.

Er zijn tijdens de behandeling van deze punten verschillende aspecten aan de orde geweest. Ook zijn door ons opnieuw vragen gesteld. Ouderling en diaken  kunnen u daar verslag van doen. De enige reactie die wij ons kunnen herinneren op onze brief was zoiets als: Als de Heere werkt gaat het anders dan jullie in de brief verwoord hebben. De slotconclusie van het laatst bezoek: mensen die genade kennen geen kritiek op de prediking zouden hebben.

Zondagavond zei de dominee nog dat iemand die genade kent, niet per definitie niet zou kunnen dwalen. Dat geldt natuurlijk ook wederzijds.

Meermalen is van onze kant gezegd dat we deze dingen niet op de spits willen drijven maar wel dat we ermee zitten en er ons zorgen over maken omdat het méér dan nuanceverschillen zijn. Van pastorale begeleiding is op dit punt geen sprake juist omdat inhoudelijk niet op de brief wordt ingegaan.

Omdat ouderling aangaf dat onze vorige brief niet in z’n geheel op de kerkenraad is behandeld (hoewel we daar om vroeger), zien wij ons genoodzaakt deze alsnog u te doen toekomen, met het verzoek deze te behandelen. 

Graag zouden wij een reactie hebben of onze vragen en opmerkingen toch niet de moeite waard zijn om er op in te gaan. Hoe kan ouderling X ons vermanen m.b.t. tweedracht als niet weerlegd wordt wat er niet naar Gods Woord is? 

Graag ook de mening van de kerkenraad op de 3 punten die door ouderling X op persoonlijke titel bij ons zijn neergelegd.

Juist nu het Heilig Avondmaal aanstaande is, en als alles goed mag gaan eind deze maand de baby wordt geboren zouden we u willen vragen of het niet te lang hoeft te duren.

We hopen dat deze brief niet verwijderend maar samenbindend werken mag.

Gods onmisbare zegen op uw arbeid.

Vriendelijke groeten,

J & A

---

Deze brief? De vorige?
Zijn naar ons weten nooit door de hele kerkenraad gelezen.