23 mei 2025

Hoe gaat het met mijn boek

Begin mei schreef ik op het Instagramaccount dat ik speciaal aanmaakte voor mijn boek-in-wording:

"Ik schrijf — maar voorlopig niet hier. Sommige dingen mogen eerst groeien in stilte. Wil je af en toe iets lezen, kijk dan op mijn blog. Some words need to stay between me and God a while longer."

---

En eigenlijk voel ik het nu alleen maar dieper.


Ik ben al een jaar bezig met de voorbereiding van mijn boek: research, losse stukjes, aantekeningen, eerste flarden. Het einde van die fase is in zicht. En straks begint het schrijven in samenhang — de vorm, de opbouw, de hoofdstukken.

Maar juist nu merk ik dat ik wat rustiger aan wil doen.
Niet echt stoppen, maar wel een beetje vertragen.

Ik heb gesprekken gevoerd die me aan het denken zetten. Boeken gelezen. Artikelen, podcasts. Geluisterd naar mensen om me heen — ieder met een eigen toon, achtergrond en gevoeligheden.

Eén gesprek raakte me diep.
We spraken open over het geloof in de Heere Jezus, over het verlaten van een kerk vanwege de leer, over ergens anders lid worden — en over de liefde die blijft, ook als je het oude niet meer kunt vasthouden.

Boeken waarin mensen terugblikken op hun afscheid van een kerk — daar had hij het moeilijk mee. Met een glimlach zei hij dat hij er niet goed tegen kon als er lelijk gedaan werd over kerken.
En ik begreep dat.

Het was zo fijn. Ik wilde in een volgend gesprek er nog eens over doorpraten. Maar hij is, voor mij onverwacht, overleden. Het raakte me diep, maar wat ben ik nu dankbaar voor dit ene gesprek.


Ik merk: dit proces vormt me. Ook in wat ik wil schrijven of juist niet. 

Het blijft zoeken naar de juiste toon. Ideeën genoeg. Woorden ook. Maar ze mogen nog even blijven waar ze nu zijn. Tussen mij en God.

Dus laat ik het daar nog even.

16 mei 2025

Toen mijn amaryllis niet bloeide

In november krijg ik van een vriendin een amaryllisbol voor mijn verjaardag. Zo eentje met een gouden laag eromheen. Ik hoefde hem geen water te geven — alles voor de groei zat er al in.


Ik vond hem prachtig en zette hem op de vensterbank, precies in het licht.

In december keek ik er met stille verwachting naar. Maar toen er in januari nog steeds niks gebeurde, dacht ik: hier klopt iets niet.
Zou het door die gouden waslaag komen?

Mooi, maar verstikkend

Ik zocht het op en las iets wat ik niet verwachtte. Dat die mooie gouden laag hem kon verstikken, dat hij dan geen worteltjes kon vormen. 

😕 en dat dit de amaryllisbol uit kon putten.

Voorzichtig begon ik daarom het goud los te peuteren. Laagje voor laagje haalde ik het weg… dat ging moeilijker dan ik dacht. En toen het eindelijk gelukt was, zag ik iets wat ik niet had verwacht: onder die glanzende waslaag zat nog een dunne, plastic-achtige huls strak om de bol heen (zie video).

Nog een laag dus, die ik open moest snijden voordat ik écht bij de bol zelf kwam. 



En toen hij daar dan lag — dofbruin, gehavend — vond ik hem zo aandoenlijk. Het had hem beschadigd maar ik hoopte...

Maar er gebeurt niets.
Februari gaat voorbij. Maart ook.
Er is wel een kleine knop te zien, maar een deel ervan lijkt bruin te worden.
In april bekeek ik hem van dichterbij en toen zag ik waarom hij nog steeds niet groeide.

Het laatste restje

Er zat nog een minuscuul randje goud, precies tussen de schilferige rand van de bol en de knop, zodat hij niet verder kon groeien. Een flintertje dat ik blijkbaar over het hoofd had gezien.

Ik heb het flintertje niet op de foto gekregen.
Wel het mooie nieuwe groen, toen ik het weg had gehaald 👇

En sindsdien zie ik de knop voller worden. 

Wie weet gaat hij toch nog bloeien!

Ingepakt geloof

Dat beeld liet me niet los omdat ik mezelf herkende in mijn amaryllis. Er was een tijd dat ik een prachtig nieuw leven kreeg van God — geestelijk dan.

Maar verder dan dat… kwam het niet.

De kerk waarin ik opgroeide leerde me dat echt geloof niet zomaar naar buiten komt. Het moet getoetst worden. Het kan ook onecht zijn. Je moet jezelf keer op keer afvragen: Is wat ik ervaar wel echte droefheid naar God? Ben ik wel op de juiste manier tot de Heere Jezus gekomen als Redder?

En dus bleef ik naar binnen kijken.
Voelen. Twijfelen.
Altijd bezig met het bolletje zelf.


Dominee zei immers: "Een kind van God groeit niet in de hoogte, maar groeit gedurende zijn leven meer en meer de diepte in. Graaf dieper, mensenkind, en gij zult meer gruwelen vinden".

Oude vragen, nieuwe vrijheid

25 jaar geleden gingen we weg bij mijn kerk. Maar soms, op onverwachte momenten, merk ik dat er nog zo’n randje zit vanbinnen. Bijvoorbeelde als ik  spritueel struikel, duikel,  of een paar dagen gebrokenheid ervaar, of moe ben… dan hoor ik dat oude stemmetje opnieuw fluisteren:

Besef je wel echt hoe erg dee zonde is? Zou het wel echt geloof zijn bij jou? Of is het namaak? Dan ga ik het rijtje langs: geen uiterlijke zonden, maar “de niet genoeg”-dingen en kom ik uit bij: ik kan maar beter een poosje  gaan boeten, goed mijn best doen, vragen om dieper berouw... 

En ja — ook dat laatste streepje goud van vroeger mag weg. God zij dank zorgt de Heilige Geest daarvoor. Hij kan zijn Woord ervoor gebruiken, maar ook de omstandigheden. Zelfs zo'n zielige amaryllisbol.

“Nu u God kent — ja, meer nog, door God gekend bent — hoe kunt u dan weer terugkeren tot de zwakke en arme grondbeginselen?”
(Galaten 4:9)



Gekend en geliefd

Ik schreef er eerder over in een andere blog: Mijn God is de El Roi — de God die mij ziet. Die, in Jezus, dichtbij is gekomen. Die reikt tot in de diepste lagen van wie ik ben, wie wij zijn.

En vandaag, terwijl ik naar de amaryllis-bol op de vensterbank kijk, besef ik het opnieuw: ik hoef me niet meer in bochten te wringen om gezien te worden, of om Zijn aandacht te verdienen.

Ik bén al gekend.
Ik bén voor eeuwig geliefd,
door Hem.

Daarom: “Heere, ik wil groeien en bloeien voor U. Help me daarin. Dank U dat U mij nooit uit het oog verliest.”

🟨 Ik geef niet af op de leer van de kerk waarin ik ben opgegroeid. Eerbied, zelfonderzoek, droefheid over zonde, een stukje levensernst, zelfonderzoek — het zijn dingen die je in de Bijbel terugvindt. En ook dogma op zich is niet verkeerd, zolang het Bijbels blijft.

Maar als die leer vermengd raakt met de bevindingen van generaties voor ons, en die ervaringen zelf richtinggevend worden, dan wordt het verstikkend bolster van klatergoud.

Zoals Lloyd-Jones het zei:

“It is a terrible thing when tradition becomes greater than the truth. Our standard is the Scripture, not the experience of others, however godly they may have been.”

8 apr 2025

Toen niemand nog over uitputting sprak

✍️ Aantekeningen op weg naar mijn boek

Soms helpt het om mijn aantekeningen te maken.
Om de boel helder te krijgen.

Het volgende stukje is zo’n aantekening. Een terugblik. Een poging om te verwoorden hoe er binnen reformatorische kring werd omgegaan met uitputting, stress en overbelasting — vóór de tijd van podcasts, diagnoses en open gesprekken.


😶 Moe maar geen woorden

Voor de eeuwwisseling werd er binnen reformatorische kringen nauwelijks gesproken over dingen als burn-out, prenatale of postnatale depressie, chronische stress of traumatische geboorte-ervaringen. Die begrippen bestonden wel, maar kregen weinig aandacht.

Vrouwen die uitgeput waren — lichamelijk of mentaal — wisten vaak niet eens wat er met hen aan de hand was. Laat staan dat ze hulp kregen. Ze werden overspannen genoemd. Soms volgde opname in een rusthuis of een instelling. Maar echte begeleiding? Die was er zelden. Mijn moeder! Ik kan me die 5 keertje nog herinneren dat zij niet (meer) thuis kon zijn.

💪 Doorgaan. Altijd doorgaan.

Vrouwen van vóór 1970 groeiden op met het idee: Niet zeuren. Niet klagen. Gewoon doorgaan. Die houding kwam ergens vandaan natuurlijk: na de oorlog was er schaarste, verlies, wederopbouw. Er was weinig ruimte voor emotie. Je had je plicht, je gezin, en vooral: doorgaan waar mogelijk. Geen oorlog meer, wat een zegen!

Daar kwam voor reformatorisch mensen ook nog geestelijke component bij: een bepaalde mate van zondebesef, faalgevoel tegen over God en mensen, verootmoediging over zwakheid. Daardoor werd zelfzorg niet alleen als luxe gezien, maar soms zelfs als verdacht. Alsof je minder geestelijk was als je grenzen aangaf. Je haalde dan de maat niet bij God, je was niet trouw genoeg.


🧱 Leven in een gesloten systeem

Voor de komst van internet en sociale media leefde een groot deel van de reformatorische vrouwen in een best wel kleine wereld. Wat je hoorde, kwam uit de preek, van de vrouwenvereniging, of uit een Gezinsblad. Misschien uit een bibliotheekboek. 

Maar er was weinig toegang tot verhalen van andere vrouwen met dezelfde worsteling. Er werd niet gevraagd: Waarom ben ik zo moe? Waarom trek ik dit niet meer?

Het gevolg? Veel vrouwen leden in stilte — zonder woorden voor wat ze voelden.

🙏 Geestelijke leiding zonder begeleiding

Tot in de jaren 2000 had het pastoraat in veel kerken een duidelijke structuur.
Geestelijke leiding betekende vaak: vermanen, niet begeleiden.

"Ik trek dit niet meer" zeggen?
Dat klonk al snel als falen — niet alleen in de ogen van anderen, maar ook in je eigen geweten, voor God. 

Een zeldzame uitzondering was ds. Elshout. Hij schreef openhartig over zijn eigen depressieve perioden. Zijn boekjes werden voor veel vrouwen (en mannen) een bron van herkenning en troost. Mijn moeder las zijn boeken graag. Spurgeon schreef ook over dit onderwerp maar hij werd in mijn gezindte als verdacht gezien. Hij was te evangelisch.



👩‍👧‍👦 Rolpatronen en onzichtbare druk

Vóór 2000 was het vanzelfsprekend: vrouwen zorgden, mannen werkten.
Een moeder met jonge kinderen was altijd beschikbaar.

Werken combineren met moederschap? Grenzen aangeven?
Zeggen dat je het huishouden niet aankon of dat je er helemaal doorheen zat?
Dat voelde al snel als falen.

En als je dan tóch instortte, zocht je de schuld vaak bij jezelf.
Wat doe ik verkeerd? Waar ging ik de fout in? Zij kan het wel, waarom ik niet?

🔄 De verandering na 2005

Gelukkig is er iets aan het schuiven gegaan.

– Burn-out, postnatale klachten en stress werden na 2005 veel vaker besproken, ook binnen christelijke contexten (bijv. Eleos, De Hoop, blogs, podcasts).
– Vrouwen vinden gelijkgestemden — via boeken, social media, coaching.
– Het besef groeit dat zelfzorg géén zonde is — al blijft dat in sommige kringen nog steeds verdacht.

Maar de invloed van het oude denken is niet weg. In gezinnen en kerken waar die oude normen nog sterk zijn, blijft het moeilijk om je uit te spreken. Veel vrouwen zwijgen nog steeds over hoe moe ze eigenlijk zijn.


🌱 Een nieuwe gehoorzaamheid

Toch zie ik ook iets moois hoor: steeds meer vrouwen durven wel te benoemen wat er speelt. Ze leren luisteren naar hun lichaam en psyche. Naar hun grenzen.

En dat is óók gehoorzaamheid.
Niet aan regels of verwachtingen, maar aan de werkelijkheid van hoe God je gemaakt heeft.
Met een ziel én een lichaam.
Met liefde, maar ook met grenzen.

Gelukkig waren er altijd mensen die het wél zagen. Die luisterden, zonder oordeel. Maar veel vrouwen hebben het jarenlang alleen moeten dragen, omdat zij die mensen niet in hun buurt hadden. Daarom is het goed dat er nu ruimte komt om het wél te zeggen. En om elkaar serieus te nemen.

---

P.S.
Ook bij mannen werd aan overspanning of uitputting zelden echt een plek gegeven. We kunnen wel doen alsof burn-out iets van nu is, maar het was er altijd al — het had alleen geen naam, of werd weggeschoven als “nerveuze instorting”, “zenuwen” of gewoon “te veel hooi op je vork”.

In 1974 schreef de Amerikaanse psycholoog Herbert Freudenberger al over burn-out bij hulpverleners. Maar binnen kerken en gezinnen bleef het lang stil. Het idee dat een man (net als de vrouw) “het gewoon moest volhouden” zat diep. Veel mentale instorting kwamen veel te laat aan het licht... pas als het echt niet meer ging: ziekenhuisopname, etc. Dus nee, het is niet iets van deze tijd. We hebben er alleen langzaam woorden voor leren vinden.

👉 Heb jij herinneringen aan hoe er vroeger werd omgegaan met uitputting, stress of instorting? Bij jezelf, je ouders, in je omgeving? Ik hoor graag je verhaal — ook een kleine anekdote of losse flard kan helpen om het beeld completer te maken. 

Stuur gerust een berichtje of reageer (anoniem kan ook) onder deze blog.