Het is vroeg in de ochtend. Ik zit in mijn blauwe tuinstoel. Op de tuintafel twee plantjes — wit, donkerrood. De zon valt er precies op. Daarachter volle waslijnen. De wind waait door de top van onze eik en ik hoor de bladeren zo mooi ritselen.
Ik zou er de hele dag naar kunnen luisteren.Gewoon vanuit mijn tuinstoel
Maar ik wil aan de slag met mijn boek.
Op de tuintafel ligt een devotional. Die heb ik net gelezen. Het gaat over luisteren, spreken en níét veroordelen. Ik lees:
“Oordeel niet, en u zult niet geoordeeld worden; veroordeel niet, en u zult niet veroordeeld worden” (Lukas 6:37)
“Ik ben het die harten en nieren doorzoekt, en Ik zal u allen naar uw werken vergelden” (Openbaring 2:23)
“Dood en leven zijn in de macht van de tong” (Spreuken 18:21)
“Wie betrouwbaar van geest is, bedekt een zaak” (Spreuken 11:13)
En ik denk aan die blog die al een poosje klaarstaat. Toen ik besloot om hem te delen, voelde het goed: Ze moeten weten wat er toen gezegd is. Het was tijdens een huisbezoek, jaren geleden, dat de ouderling zulke woorden sprak — hard en scherp.
Geen filter, geen rem.
Ik deelde de vorige keer al dat ik er toch moeite mee heb om dit allemaal te delen En ook na mijn vorige blog bleef knagen.
Ik kan het hart van de ouderling niet lezen. Toen niet, nu niet. Misschien is hij veranderd. Misschien heeft hij spijt gehad. Mijn man zegt dat ik hierin te lief ben. Misschien. Maar misschien is het ook de Geest die me stilzet. Milder maakt.
Ik wil niet in dezelfde fout vallen als waarin hij toen viel. Ik wil leven spreken, niet veroordelen. Dus ja, ik ga die brief plaatsen — maar gecensureerd. Namen haal ik eruit. Bepaalde uitspraken ook. Niet omdat het niet gebeurd is, maar omdat ik ook op Christus wil lijken. En dan vind ik het nog vrij heftig wat overblijft.
Dit is dus de worsteling die je niet ziet als je straks alleen het eindresultaat leest. Maar voor mij hoort dit bij memoir schrijven: kiezen wat je wél en niet vertelt.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Super dat je reageert! 😄