Begin gewoon. Dat doe ik. Ik pak mijn fijnste pen en buig me over het papier. Eerst opschrijven, dan pas overtypen. Deze manier helpt me om dicht bij toen te blijven, zonder afgeleid te raken door het gerammel van mijn toetsenbord.
Ik schrijf over mijn eerste avondmaalsgang: 13 november 1988. In mijn kleine dagboek van toen staat maar één woord: aangeweest. Zonder uitroepteken.
Dat ene woord zegt alles.
Aangeweest.
Zenuwen in de kerkbank
Ik weet nog hoe ik daar zat, stijf van de zenuwen, met een hart dat zo bonkte dat ik dacht dat mijn vader, die naast me zat, het wel moest horen. Alleen al de gedachte om op te staan maakte me misselijk. Hoe moest ik langs drie, vier, vijf mensen in de bank? Zouden ze hun benen wel genoeg opzij doen? Theologiestudent H. was er. En dominee Blok zelf natuurlijk ook. Wat zouden zij denken als ik aan zou gaan? Was ik welkom aan de tafel des Heeren? Ik beefde van angst.
Mijn gebedIn mijn dagboek lees ik wat ik die ochtend, voordat ik naar de kerk ging, schreef:
HEERE, U weet toch wel wat er allemaal in mijn hart afspeeld? U weet dat ik U liefheb. Maar ben zo bang voor de mensen. Uit mezelf zal ik nooit aangaan. En omdat ik zo bang ben voor de mensen vraag ik me af: is het me wel om U te doen? U zegt: doe dat tot Mijn gedachtenis. O Heere, laat me niet verloochenen.
Ik voel me zo verdrietig. Ik voel meer vrees voor de mensen dan liefde voor U. Ik ben de weg kwijt. Overwin mijn angst door Uw almachtige kracht. Schenk me een geloof dat op U ziet. Help de dominee en al Uw kinderen. Ook de kleintjes, zoals ik. Breng ze aan het Avondmaal tot beschaming van Uw vijanden.
Ik lees het terug en voel hoe rauw die woorden waren. Zo rauw als mijn gevoelens. Die dag verhoorde Hij mijn gebed.
Ik ging aan. Aangegaan
Dat ene zinnetjeEr was maar één zin nodig om me uit die bank te krijgen. De dominee vroeg: “Is er dan zo weinig in Hem aan te treffen?” Toen zag ik niemand meer dan Jezus alleen. Ik had Hem lief, Hij was mijn ALLES. Voor ik het wist, zat ik aan de tafel. De mensenvrees gleed van me af, alsof het nooit bestaan had.
Had ik een ontmoeting met de Avondmaalspolitie in de week erna? Nee, het tegenovergesteld. De dominee bood aan om langs te komen, maar omdat ik het moeilijk vond dingen onder woorden te brengen, mocht ik ook een brief sturen. Dat deed natuurlijk veel liever, haha. Ik schreef over hoe de Heere in mijn leven gekomen was. Stiekem hoopte ik dat hij me een keer zou aanspreken als ik langs de pastorie liep, en hij in de tuin bezig was. Jammergenoeg gebeurde dat nooit. Theologiestudent H. (mijn orgelleraar en collega van mijn vader) liet ook niks van zich horen. Hij passeerde me meerder keren zonder iets te zeggen.
Geen kaartjes uit de gemeente, geen warme woorden. Wel hoorde ik achteraf iets over een stukje aquakleurige bloes dat boven het kraagje van mijn zwarte jas uitstak.Wij zijn import
Mijn ouders legden het uit: “Wij zijn import, en dat zullen we altijd blijven. We kunnen niet helemaal worden zoals zij omdat we niet van de Veluwe komen.”
Mijn vader maakte een opmerking over het verschil tussen Lederianen en kruisgezinden. En over de leer.
Te jong? Te snel?Ik weet nog dat ik dacht: Misschien vinden Gods kinderen in de kerk me te jong om erbij te horen. Bijna niemand had zekerheid over de vergeving van zonden en opeens was ik daar, zo'n jong iemand, die - in hun ogen - ineens de Heere begon te vrezen en zomaar naar het avondmaal ging.
Ze konden het vast niet verwerken.
Zijn liefde overwint
En toch blijft die dag voor mij een mijlpaal. Aangeweest. De Heere overwon mijn mensenvrees. Zijn liefde bleek groter en krachtiger dan al mijn angst. Om het te zeggen in de taal van mijn jeugd:
Ik kan met U door sterke benden dringen,
Met mijnen God zelfs over muren springen.
Hij trok me.
Ik had alleen maar te volgen.
En toen ging het als vanzelf.
- Deze blog is een samenvatting van de 4,5 A4’tjes die ik eerst gewoon met de hand schreef. Want, geloof me, soms ben ik met de pen sneller dan mijn toetsenbord 😅✍️
Het avondmaal was jarenlang een angstige ervaring voor me, vol twijfel of ik wel ‘waardig’ was. Het beproeven van mezelf, dat! Pas buiten de reformatorische gezindte leerde ik het anders zien. Nu ik geen lid meer ben van een kerk, mis ik het. De laatste keer dat ik het vierde, was ergens in het midden van het jaar in een Messiaanse gemeente.
Jouw ervaring?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Super dat je reageert! 😄