11 jul 2025

Over dominees, verdeeldheid en het gebed van Jezus

Ik lees de brief van Paulus aan de gemeente in Korinthe. Ik studeer erin. Soms blijf ik hangen bij een paar woorden. Zoals nu:

“Ik ben van…”

Echt vier keer:

“Ik ben van Paulus.”
“Ik van Apollos.”
“Ik van Kefas.”
“Ik van Christus.”

Het roept herinneringen op aan mijn GerGem-tijd.


Over dominees praten

Dit is zo’n moment dat ik terugdenk aan waar ik vandaan kom.
Aan hoe er in de Gereformeerde Gemeenten gesproken werd over dominees.
Niet altijd hardop, maar tussen de regels door — in de huiskamer, op visite, gewoon onderling, of tijdens huisbezoek.

Dominee X — die preekte zo bevindelijk. Hij kent er zelf ook wat van, dat hoor je zo.
Dominee Y — is een beloftemannetje. Kijk uit daarmee.
Dominee Z — heeft altijd verhaaltjes. Christus? Ho maar.

En dan de ‘eigen lijn’: Harinck, Blok, Vreugdenhil, Moerkerken.
Vroeger dan hè. In mijn tijd.
Met elk hun achterban, hun kleur, hun nadruk.

Welke dominee je graag hoorde, zei iets over wie je was.
En wie je liever vermeed — dat ook.
Het verklaarde de staat van je leven: bekeerd of onbekeerd, bekend met de standen van Gods volk…
of iemand die het geloof altijd in zijn broekzak had.

“Ik ben van...”

Paulus benoemt iets dat daar best op lijkt.
Nee — in Korinthe was er volgens hem geen verschil in leer of levensbeschouwing.
Maar toch werd de gemeente verscheurd door voorkeuren.

En als dat toen al zo schadelijk was,
hoeveel te meer nu, als we ons vastzetten op échte (accent)verschillen?

En dan denk ik: misschien is het vierde ‘ik’ — “Ik ben van Christus” — nog wel het spannendst.
Want dat klinkt wel goed…

Maar Paulus voegt hem tóch toe aan het rijtje van de vier ‘ikken’ van verdeeldheid.

Misschien heb ik me daar onbewust ook schuldig aan gemaakt.
Want als ik “Ik ben van Christus” gebruik om neer te kijken op anderen die zo met al die dominees weglopen,
dan ben ik geen haar beter.

Dan gebruik ik de Naam van Christus om te laten zien dat ík het beter zie.
Maar als ik niet liefheb zoals Hij liefhad,
en niet bereid ben de ander hoger te achten dan mezelf,
verbreek ik de eenheid waar Jezus om bad.

“En Ik bid niet alleen voor dezen,
maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven,
opdat zij allen één zijn,
zoals U, Vader, in Mij bent en Ik in U;
dat ook zij in Ons één zullen zijn…”
(Johannes 17:20–21)


Christus laat Zich niet opdelen

Hij is niet verdeeld.
Hij is één.
En wie bij Hem hoort,
hoort bij de ander.

Leren luisteren

Dit is wat ik heb moeten leren,
toen ik me losmaakte van de GerGem:

– Om niet in hokjes te denken als ik iemand hoor preken.
– Om niet te zuchten als er een naam valt waar ik moeite mee heb.
– Om mijn kritische houding om te zetten in gebed.
– Om stil te worden als iemand geraakt werd door een preek van een voorganger die ik zelf niet zou beluisteren.

Om te blijven bij wat Paulus schrijft:

“Christus is voor u gekruisigd.”
Niet Paulus,
niet Apollos,
niet G. Beens of C. Harinck.

Ik verlang ernaar om stil te worden bij die ene Naam.
De Levende.

“Ik ben van Hem.
Samen met al mijn broeders en zusters die Hem liefhebben.”


Wat betekent eenheid in Christus voor jou — praktisch, op zondag of doordeweeks? Wanneer merk jij dat 'verschil van inzicht' omslaat in verdeeldheid?

© Aritha – Alle rechten voorbehouden.

1 opmerking:

  1. Dit is zó waar, Aritha. Ook ik kan me nog herinneren, die éne keer dat ik zuchtte: Óh nee..., krijgen we deze dominee vandaag? En júist die keer, wist hij met zijn preek mij te raken. Ik leerde ervan, dat ik inderdaad niet moest letten op wie op de preekstoel staat, maar of de woorden die hij spreekt van God zijn...

    Werden de heidenen ook niet bestraft, omdat zij riepen dat Jezus de Zoon van God is? Ik weet niet waar het staat. Lopen zoeken. Maar toen de discipelen hen het zwijgen op wilden leggen, zei Jezus toen niet dat zij hen hun gang moesten laten gaan, omdat deze heidenen de Waarheid zeiden?

    Ik vind het heel dapper van jou, dat je dit proces in de ogen kijkt en zo 'openbaar' aangaat.

    BeantwoordenVerwijderen

Super dat je reageert! 😄